fbpx

‘Elke keer als ik iets wil, dan komen er zoveel negatieve gedachtes.’
‘Ik wil een andere baan. Maar ja, kan ik dat wel?’
‘Er zijn zoveel mensen beter en jonger dan ik. Ik ben te oud.’
‘Let maar op: ze komen erachter dat ik niets kan. Nee, ik kan het echt niet.’
‘Er is toch niets voor mij te vinden.”

Jezelf afranselen met eigen kritische gedachten

Sanne (dit is niet haar echte naam) zit in mijn praktijk en blijft maar doorgaan met stemmetjes te uiten waar ze elke dag onder gebukt gaat. Ze is nauwelijks te stoppen. Als ze iets wil, springen de negatieve monstertjes in haar hoofd meteen op. Het is te pijnlijk voor woorden om te horen hoe ze zichzelf met haar kritische gedachten afranselt. Het lukt haar niet om haar zelfkritiek te stoppen en ze voelt zich hierdoor steeds emotioneel worden. De emoties nemen het van haar over. Ze weet niet hoe ze dit moet stoppen.

Gelukkig zit ze bij mij in de praktijk en stelt ze mij deze vraag: Hoe kan ik doen wat ik wil, zonder mij te laten afleiden door deze monstertjes in mijn hoofd?

Ze loopt vast met zoveel martelende gedachten en ze geeft het op. Ze barst in huilen uit omdat ze alle gedachtes gelooft en dus ook lijflijk ervaart. Tussendoor snikt ze de woorden ‘máár… wát… hóe… moet ik het dan wel doen?’

Ik zeg: ‘Dit patroon heeft je ooit beschermd.’
Ze kijkt mij verwonderd aan, door haar betraande ogen.

‘Wát?’

Bescherming: een harnas van negatief geloof

Ik leg uit: ‘Doordat je jezelf zo bekritiseerde, heb je een soort bescherming voor jezelf – onbewust natuurlijk – gevormd: je bevestigde jezelf met zelfkritiek, voordat je weer door je vreselijk kritische moeder aangevallen werd.

Je moeder zou een veilige haven voor jou als kind hebben moeten zijn. Dat was ze zeker niet met haar verwijten en oordelen richting jou. En dat deed pijn. Uit overleving vormde je een harnas van negatief geloof om je heen, bestaande uit nare gedachtes.

Hierdoor kwam de kritiek niet aan en leek je geen pijn te hebben

Hierdoor kon de kritiek van je moeder niet binnenkomen en leed je niet aan de ondraaglijke pijn die ze je deed. Je bent in dit negatieve geloof zo ontzettend streng en kritisch geworden.

Ten eerste door de enorme hoeveelheid kritiek op jou. Door alle verwijten, eisen en oordelen. Je hebt ze allemaal voor waar aangenomen. Ze zijn jouw harnas gaan voeden.

Ten tweede omdat je als kind toch wil dat je moeder gelukkig is. We zijn immers afhankelijk van die ouderfiguur. Dus je moest wel. Je reikte steeds naar haar uit en bleef proberen om haar gelukkig te maken. En daarin kon je haar niet bereiken. Ze veranderde niet, helaas. Dat stimuleert het harnas van het negatieve geloof. Daar heb je nu last van. Je bent gaan geloven overtuigingen als: ‘Zie je wel, ik kan niets goeds doen……  Wat ik ook doe, ik kan het niet.. Ik moet voldoen aan ….’. Dit werkt onwijs saboterend in je leven, bij alles wat je doet.
Deze sabotage, dit harnas, gaat op elk moment dat jij naar buiten wilt komen ‘aan’, bijvoorbeeld bij jouw sollicitatie.

Wat toevoegen? De erkenning dat het goed was & dat het nú anders kan

Bekijk jouw negatieve gedachten veel meer als een overlevingsmechanisme van TOEN. Dat meisje in jou heeft je door dit overlevingspatroon heel goed beschermd. Daardoor zit je hier nog. Zij heeft het heel goed gedaan.
Alleen is het nu een patroon, een keihard harnas geworden.
En er is een uitweg: dit patroon is immers niet wie je bent. Het is maar een harnas.’
Ze zegt me scherp, na lang nadenken: ‘Ja, dat is zo, dat is logisch als je het mij zo vertelt… ik ben natuurlijk dit patroon niet. Maar het zit wel diep in me.
Hoe stóp ik dit saboterende patroon van kritisch denken dan?’

Niet nu beschermende overlevingsmechanisme afstraffen

Ik zeg haar dat het geen enkele zin heeft om ook dit meisje nu weer op haar kop te geven. ‘Het heeft geen zin om kritiek óp de kritische stemmen te hebben. Dat maakt het alleen maar veel erger.’

‘Maar wat moet ik dan doen?’, vraagt ze met tranen in haar ogen.
‘Het maakt me nu zo ontzettend ongelukkig.
Het lukt me niet eens een relatie op te bouwen omdat ik niets goed kan doen.
Ik ga er niet op uit om een nieuwe baan te vinden.
Ik durf geen gesprek te voeren over mijn kwaliteiten.
Ik pieker me suf over allerlei mogelijke scenario’s van gesprekken.
Hierdoor slaap ik gewoon extreem slecht en word ik met wallen moeizaam wakker.’

Hangen in een oude grammofoonplaat – noodzaak tot uitbreken

Ik snap het. Ze is moe en ongelukkig, aan het einde van haar latijn.
Deze negatieve gedachten maken haar lusteloos en moe.
Dat zie en voel ik aan haar.
Als ze zo door gaat, blijft deze zelfkritiek op alles wat ze doet bestaan.
En dan blijft ze moe.
Ze krijgt geen liefdevolle relatie met zichzelf en ook niet met anderen.
Ze krijgt zo ook geen nieuwe baan. Ze blijft in haar hoofd leven.
Ze blijft hangen in een oude grammofoonplaat.

Ze ziet in dat het een noodzaak is dat ze dit patroon doorbreekt, om een ontspannen en gezond leven met zichzelf en anderen op te bouwen.
Om een baan te krijgen.
Om rust te krijgen in haar hoofd.

Zelfkritiek is verleden tijd. Behandel dit als een ongewenste telefonisch verkoper

Wat doe ik met Sanne in het gesprek?
Ik geef haar aanmoedigingen en laat haar kleine stapjes vooruit maken door te oefenen in contact: ‘Begrens de gedachtes liefdevol.
Bedank de gedachtes en jouw innerlijk kind.
En stuur ze terug naar toen.
Ze horen bij het verleden. Ze zijn niet van jou nu. Ze zijn van toen, van het oude hersenpatroon. Ze hebben zelfs kritiek overgenomen van andere mensen, zoals van je moeder.

Pareer de gedachtes alsof je een opdringerige verkoper aan de telefoon hebt. Daar ga je toch ook niet mee in gesprek? Dan zeg je zoiets als ik heb geen tijd, ik heb geen zin of ik zit nu te eten. Dus behandel jouw kritische stemmetjes net zo.

Kies daarmee nu om het anders te ervaren.
Om je lichaam te blijven ervaren.
Het is nu veilig.
En zet er milde gedachtes tegenover. En ervaar je verlangen eronder.
Zie ook dat je deze gedachtes niet bent. Je hebt ze. Je kan ernaar kijken, zie je?’.

Ervaar het verlangen onder de kritiek

Iedereen kan dit leren door het verlangen of het gevoel dat je onder alle kritiek hebt te ervaren (en uit te spreken).
Bijvoorbeeld onder de kritische gedachte ‘je kan ook niets’ zit het verlangen om het ‘heel graag goed te willen doen’.
Onder de dwanggedachte ‘ik moet dit doen voor die ander anders wordt hij boos’ zit het verlangen om waardering van de ander te willen.
Voel het verlangen eronder. Dat is van jou.
Dat is een fijn verlangen om te ervaren!

Geef jezelf dit verlangen en spreek het uit voor jezelf: ‘Ik wil het graag goed doen. Wat fijn!’. ‘Ik wil graag gewaardeerd worden door een ander. Ik waardeer nu mijzelf. Ik BEN al lief en attent (ook dat ik dat voor hem doe)’.

Immers: ieder mag nu liefde voor zichzelf voelen en trots zijn op zichzelf over wat je allemaal kunt, doet, teweegbrengt en sowieso BENT. Je bent OK. Daar hoeft niemand iets voor te doen.

Stappenplan uit zelfkritiek:

  1. Stop de gedachtes en begrens de kritische stemmetjes liefdevol.
  2. Bedank het beschermingsmechanisme en stuur de kritische gedachtes terug naar het verleden door te zeggen: ‘Dank je wel voor de bescherming toen. Nu ben je niet meer nodig… ik heb nu iets anders nodig om me te beschermen.’
  3. Ervaar het verlangen onder de kritische gedachte, herformuleer deze en spreek haar uit voor jezelf. Of schrijf het op. Dit verlangen is fijn te voelen. Dat is echt van jou. Het verlangen krijgt haar creërende kracht.

Wat is het resultaat van deze oefening als lezer?

Deze oefening kan je als lezer ook doen. Het resultaat? Je krijgt direct meer rust, vertrouwen, zekerheid en stabiliteit in jouw leven. Als je de kritische gedachtes niet meer laat overheersen, maar bij het verleden laat, gaan jouw verlangens meer leven. Alles wat je aandacht geeft, groeit immers. Je lijf gaat ruimte krijgen om te ervaren wat er NU is.

Heb jij ook last van zelfkritiek? Wil jij er ook vanaf en dit patroon helen?

Mail me:contact@koppkind.nl

 

 

Redactie: Jeroen van der Burght https://cijferenletter.nl